Nederlandse verkiezingen zorgen voor broodnodige stabiliteit

De afgelopen periode is zeer verontrustend geweest voor de gereguleerde bedrijven die in de Nederlandse online gokmarkt actief zijn. Ze werden geconfronteerd met onzekerheid toen politici die om puur ideologische redenen tegen online gokken waren, aandrongen op stortingslimieten, hogere kansspelbelasting, strengere beperkingen op reclame en marketing en in sommige gevallen zelfs hun voornemen uitspraken om de Wet op de kansspelen op afstand (KOA) uit 2021 die de sector voor .nl operators reguleerde, in te trekken.

Broodnodige stabiliteit

Op politiek vlak zou de nieuwe coalitieregering die de komende maanden gevormd wordt, op zijn minst enige politieke stabiliteit voor operators moeten bieden. Hoewel de centrumpartij D66 en Geert Wilders' rechtse PVV beide het grootste aantal zetels hebben (elk 26), hebben andere partijen zoals het centrum-rechtse CDA (18 zetels), de liberalen van de VVD (22 zetels) en GroenLinks (20 zetels) ronduit geweigerd om met Wilders samen te werken als onderdeel van een coalitieregering.

Als gevolg daarvan zal D66 de volgende regering leiden als de partij met het grootste aantal zetels, in coalitie met het CDA, GroenLinks en anderen. Als positief punt voor de Nederlandse goksector is dat D66 duidelijk is geweest in haar steun voor online gokregulering. Hülya Kat, een voormalig Kamerlid van de partij, merkte in 2023 op dat "het terugdraaien van de legalisering van online gokken geen optie is. Het zou dan simpelweg illegaal worden".

De VVD en GroenLinks steunen ook regulering, waarbij de VVD stelt dat "een sterke legale markt een wapen is tegen illegale activiteiten". Het CDA kwam tijdens parlementaire debatten in maart in opstand tegen de Wet op de kansspelen op afstand (KOA) en omschreef deze als een "mislukking", maar de partij zal niet de macht hebben om deze te wijzigen of in te trekken zoals de zaken er nu voor staan.

Zetelverdeling Tweede Kamer (2025)

Punt van overeenstemming

Een punt waarover alle partijen het eens zijn, is de dringende noodzaak om de illegale operators die zich op het land richten te stoppen. Deze doelstelling blijkt echter ongrijpbaar; en de acties van de overheid zelf, met name de eerste belastingverhoging van 30,5% naar 34,2% van de bruto spelomzet (GGR) van operators die begin dit jaar werd doorgevoerd, hebben een duidelijk negatief effect gehad op de activiteiten van gereguleerde operators.

Medio oktober onthulde de Kansspelautoriteit (KSA) namelijk dat het kanalisatiepercentage in het land - dat wil zeggen het aandeel Nederlandse gokkers dat legale online gokplatforms gebruikt versus illegale platforms - in de eerste helft van 2025 aanzienlijk daalde als gevolg van die belastingverhoging.

De KSA onthulde ook dat, wederom als gevolg van de belastingverhoging, de legale inkomsten van legale online casino's met 14% daalden tot €600 miljoen in vergelijking met de voorgaande periode van zes maanden, terwijl illegale sites €617 miljoen aan inkomsten van Nederlandse spelers binnenhaalde en dat de "monetaire kanalisatie" van het land slechts 49% bedroeg.

Dit betekent dat 51% van de gokopbrengsten van het land naar operators zonder vergunning ging, wat een duidelijke mislukking vertegenwoordigt voor een regelgevingssysteem dat als een van zijn belangrijkste doelstellingen heeft om het overgrote deel van de online gokinkomsten van het land van legale operators te laten komen. Bovendien heeft de overheid niet eens geprofiteerd van hogere belastinginkomsten, aangezien high spenders massaal naar ongereguleerde sites trokken om niet te hoeven dealen met stortingslimieten of beperkt productaanbod.

Kanalisatiegegevens eerste helft 2025

Eerlijkheid is de beste politiek

Bovendien, en zoals opgemerkt door Léon Voogt, managing director van BetCity, tijdens de SBC Summit in Lissabon in september, terwijl iets meer dan 50% van de Nederlandse inkomsten wordt gegenereerd door de zwarte markt, bevindt 90% van de spelers in het land zich op legale sites. Dit betekent dat "ondanks dat de meeste spelers op gereguleerde sites zitten, er veel meer GGR wordt gegenereerd op ongereguleerde sites" dankzij hun vermogen om VIP's aan te trekken en te werven, een belangrijk klantsegment voor operators. Dit is vooral relevant voor degenen die in sterk gereguleerde markten zoals Nederland werken, waar operators sterk afhankelijk zijn van die high rollers om winst te genereren.

Na de verklaring van de KSA zeiden de analisten van Regulus Partners dat de Nederlandse markt "een zeer nuttige beleidsbarometer is omdat grote veranderingen allemaal tegelijk hebben plaatsgevonden en omdat de toezichthouder verfrissend eerlijk is over zowel oorzaak als gevolg" en "de waarschijnlijke omvang van de zwarte markt veroorzaakt door belasting- en regelgevingsbeleidsbeslissingen."

Inderdaad verdient de KSA lof voor haar openheid. Zo zei de toezichthouder dat de kanalisatiepercentages 94% bereikten, maar dat spelers op legale sites minder uitgaven, met name sinds de netto stortingslimieten die in oktober 2024 werden ingevoerd. Dit is ongebruikelijk in Europa, aangezien de meeste toezichthouders de neiging hebben om discreet te blijven en duidelijke uitspraken over beleidseffecten te vermijden.

Toch zal dat alles weinig troost bieden aan operators met vergunning in het land, die het gevoel hebben dat ze concurreren tegen illegale merken met één hand op de rug gebonden. En met een verdere belastingverhoging naar 37,8% van de GGR die in 2026 van kracht wordt, zal het fascinerend zijn om te zien hoe de autoriteiten die tegenstrijdige factoren in evenwicht brengen.

Belastingtarieven Nederlandse gokmarkt